Elisabeth groeide op in een omgeving waar vrienden en familie in allerlei verbanden muziek met elkaar maakten. Hier liggen de wortels voor haar latere keuze om zich toe te leggen op kamermuziek en op het musiceren in kleinere ensembles.Ze studeerde voor haar masters viool en barokviool aan het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam. Daarna volgde ze een post-graduate opleiding kamermuziek aan de Franz Liszt Academie in Boedapest. Haar leraren waren o.a. Marc Lubotsky, Ferenc Rados en Lucy van Dael.
Intussen speelde ze in ensembles variërend van trio tot groot orkest. De Amsterdamse Bachsolisten, het Combattimento Consort, het Radio Kamerorkest, de Nederlandse Bachvereniging en Concerto Köln zijn er enkele van. Ze verkende haar eigen land van Veere tot Appingedam en de wijde wereld van Tokyo tot New York, speelde in intieme kerkjes en op kleurrijke festivals en werkte mee aan talloze cd-, radio- en tv-opnames.
Momenteel werkt ze als concertmeester van Philharmonia Amsterdam, Strijklicht, Cappella di San Pietro, en verschillende andere, meestal in barokmuziek gespecialiseerde groepen. Daarnaast is ze lid van Concerto d’ Amsterdam, waarmee ze o.a. het dubbelvioolconcert van Bach opnam , The Northern Consort en Musica Amphion.
Ze is aanvoerder van het Tulipa Consort, het ensemble van Johannette Zomer. Deze groep staat aan de basis van producties als Tranen van Maria, ZauberTlöte Rap en de CD JuSt Bach.
Haar voorliefde voor kamermuziek komt onder meer tot uiting in het door haar geïnitieerde Helicon ensemble, dat in wisselende samenstellingen concerteert, in Strijkkwartet Vier32 en Quatuor Quatre Vents. Lange tijd maakte ze deel uit van Il Quadrifogio en La Compagnia Vocale.
Al vele jaren is ze als docent verbonden aan de Zomercursus Kamermuziek Woudschoten voor jonge mensen.